Surfweer: zo lees je het weerbericht als surfer
Je hebt een vrij uurtje, gooit je surfboard in de auto en rijdt naar het strand. De swell lijkt goed, maar aangekomen zie je toch alleen rommelige golven of juist een vlakke zee.
Herkenbaar? Dan weet je hoe belangrijk het is om surfweer te begrijpen.
In dit artikel leer je stap voor stap hoe je het weerbericht leest als surfer, zodat je niet meer voor niets op pad gaat.
Wat is surfweer of surf forecast eigenlijk?
Surfweer is meer dan een gewone weersvoorspelling. Waar een doorsnee weerbericht je vertelt of het gaat regenen of zonnig wordt, kijkt een surfer vooral naar drie dingen:
-
Swell – de golven die uit de oceaan of zee binnenrollen.
-
Wind – bepaalt of die golven mooi openbreken of juist in elkaar klappen.
-
Getij (eb en vloed) – bepaalt of de zandbanken of reefs goed werken.
Die drie factoren samen vormen het surfweer. Begrijp je dit spel, dan weet je niet alleen of er surfbare golven zijn, maar ook wanneer je het water in moet.
De drie pijlers van het surfweer
Swell – de brandstof voor golven
Swell ontstaat door stormen op zee. Hoe harder en langer de wind daar waait, hoe krachtiger de golven die zich opbouwen.
-
Hoogte: hoe hoog de golven zijn (bijvoorbeeld 1,5 meter).
-
Periode: aantal seconden tussen de golven.
-
Richting: uit welke hoek de golven komen. Recht op de kust af. Of schuin. Of schampen de golven de kust alleen (dan zijn er nauwelijks golven).
Wind-swell vs. ground-swell
-
Wind-swell: korte periode (5–8 seconden), rommeliger. Typisch voor de Noordzee.
-
Ground-swell: lange periode (10–20 seconden), krachtige golven die lange lijnen vormen. Vaak uit de Atlantische Oceaan.
👉 Voorbeeld: In Frankrijk kan een swell van 1 meter met 14 seconden periode meer kracht geven dan een swell van 2 meter met 6 seconden.
Wind – vriend en vijand
De wind bepaalt of een golf zich opent als een perfecte wand of uiteenvalt in een close-out.
-
Offshore wind (van land naar zee): maakt golven glad en mooi open.
-
Onshore wind (van zee naar land): drukt golven plat en maakt ze rommelig.
-
Sideshore wind: golven breken schuin, vaak lastig. Maar geeft soms ook mooie lijnen in de richting van de wind.
👉 Voorbeeld: In Nederland maakt een oostenwind (offshore) de Noordzeegolven vaak strak en surfbaar. Maar een westenwind (onshore) kan dezelfde swell in een rommeltje veranderen. Terwijl een zuidwestenwind redelijk mooie golven naar links kan leveren.
Getij – timing is alles
Het getij bepaalt hoeveel water er op de zandbanken of reefs ligt.
-
Beachbreaks (zoals Wijk aan Zee of Hossegor) → lopen vaak beter rond mid- tot hoogwater.
-
Reefbreaks (zoals Ericeira of Bali) → gevaarlijk bij laagwater, vaak perfect bij half tot hoogwater.
👉 Lees meer in ons artikel Eb en vloed