Luister naar de tips van Nienke Duinmeijer

Er wordt weinig echte longboardcoaching gegeven in Nederland, maar iemand die dit al jaren doet is Nienke Duinmeijer.

Vorige aflevering hoorde je hoe ze begonnen is met longboarden en haar coachingsprogramma in Spanje. Nu vertelt ze je hoe je daadwerkelijk beter wordt in longboarden en praktische tips om stappen te zetten in je longboardtechniek.

Tip >> Longboardgids Nederland

Check de podcast hieronder.

En laat in de comments ook weten welke tips jij wilt over longboarden. En welke vragen je hebt. Dan nemen we die mee in een volgende podcast met Nienke.

longboarden met nienke duinmeijer

Bepaal hier hoe jij naar de podcast wilt luisteren:

En zie hieronder links uit de show.

surftips spotify

Show notes

Longboarden; hoe maak je stappen in je techniek

Met Nienke Duinmeijer

Pepijn: Welkom terug bij de podcast. We zijn hier deze week weer met Nienke Duinmeijer.

Nienke Duinmeijer is een Nederlandse longboardster en tweede van Europa geworden vorig jaar met de World Surfing Games. En ik denk de allerbeste longboardster van Nederland. Vorige week hebben we al met haar gesproken. Maar toen hebben we zo’n lange podcast opgenomen dat we hem in twee delen hebben gesplitst. En dus hoor je hier het tweede deel. En die gaat meer over de techniek van het longboarden en wat je kan doen om je longboarden te verbeteren.

Pepijn: Wat merk jij bij je Single Fin Surftrips (reisorganisatie van Nienke) waar mensen moeite mee hebben en waar je zegt “Werk hieraan of werk daaraan”? En wat vinden mensen eigenlijk moeilijk bij het longboarden, waar je tips voor hebt?

Wat zijn de meest gegeven tips bij het longboarden?

Over shuffelen, cross steppen en peddelen

Nienke: Er zijn natuurlijk heel veel dingen, echt specifiek gericht bij longboarden is cross-steppen waar heel veel mensen wel mee struggelen, heel veel mensen shuffelen naar voren. Dus die willen wel proberen om wat meer gewicht naar voren te plaatsen.

Pepijn: Voor de mensen die misschien niet weten wat shuffelen is, wat is dat?

Nienke: Shuffelen is eigenlijk je gewichtsverplaatsing van achteren naar voren, op je surfboard, je longboard. En dat doe je niet door over te stappen, zoals een cross-step – zo noem je dat – maar je schuift eigenlijk kleine stukjes naar voren. Je wilt eigenlijk een hele geleidelijke transitie van je gewicht van achter naar voor en weer andersom. En dat moet heel smooth gaan, heel gecontroleerd. En als je shuffelt is dat vaak niet het geval. En daarvoor is er dus de cross-step. Om veel meer andere redenen trouwens ook, hoor. En je ziet dat heel veel mensen heel erg naar voren buigen en naar voren leunen als ze naar voren willen lopen. En dan rennen ze echt naar voor en dan kukelen ze er de andere kant weer van af. Terwijl je eigenlijk moet proberen je gewicht heel gecentreerd te houden en heel geleidelijk je gewicht van voren naar achter moet brengen. Heel veel mensen kijken ook – maar dat geldt ook voor shortboarders – naar hun eigen plank of de directe omgeving om hun heen, maar eigenlijk wil je juist dat mensen verder de golf inkijken. Dat kijken is zo ontzettend belangrijk en daar hameren we altijd heel erg veel op. Het zijn zo veel dingen.

Pepijn: Maar dus de grootste is vooral het cross-steppen.

Nienke: Ja, dat is eentje die dan echt toepasbaar is bij het longboarden, inderdaad.

Pepijn: Maar het kijken vooral dus.

Nienke: Ja. En mensen met wat minder niveau, wat ik soms vaak merk is dat heel veel mensen gaan zitten in de line-up. En dan gaan ze wachten totdat er een golf komt. En die golf, die moet dan natuurlijk precies perfect voor hun aankomen, willen ze die kunnen pakken. Dus het kan dan zomaar zijn, dat ze dan 10 minuten stilliggen en wachten op die perfecte golf die er aankomt. Terwijl in de tussentijd, drie meter naar links, daar was al een golf – of vijf meter naar rechts. En als je kijkt naar surfers met wat meer niveau in het water, dan zie je ook dat ze actief zijn in het water. Dus ze zijn echt aan het jagen op golfen, in plaats van dat ze alleen maar blijven zitten in het water en wachten totdat er een perfecte golf komt. En ik probeer mensen zeker in het begin heel erg mee te geven dat je een goede balans moet vinden tussen assertief zijn en echt voor golven gaan en zoeken en daar actief mee bezig zijn in het water, maar niet natuurlijk alle golven wegkapen. Dus daar een goede balans in vinden. Maar zo zijn er wel heel veel dingen.

Pepijn: Top. Waar merk je dat mensen tijdens je trips bijvoorbeeld heel snel verbeteringen zien? Dan ben ik wel benieuwd naar, om mensen een tip te geven waar ze heel veel aan hebben, wat niet heel moeilijk aan te passen is, bijvoorbeeld.

Nienke: Een hele simpele is als mensen op een longboard aan peddelen voor een golf, dan is het beter als ze hun benen omhoog doen. Want dan heb je meer gewicht naar voren, je hebt je gewicht dan ook meer gecentreerd op het middenstuk van je longboard. En dan pak je veel eerder de golf.

En wat je eigenlijk wilt met surfen – zeker als je een ongebroken golf surft – is de golf in een zo vroeg mogelijk stadium te pakken, zodat je heel veel tijd hebt om naar links of naar rechts te sturen. Dus hoe eerder je de golf hebt, hoe beter. En dat kun je dus onder andere doen door je benen omhoog te gooien, als je voor een golf peddelt. En ook door veel snelheid te maken. En op zoek te gaan naar “Waar zit nou die energie in die golf?”

Vaak peddelen mensen echt recht op het strand af en kijken ze ook niet achterom, dat is ook een grote fout. En je moet eigenlijk goed kijken “Waar zit nou die energie van die golf?” En soms betekent het dat je een beetje schuin naar links moet peddelen of schuin naar rechts. En dat punt moet je vinden om hem daar te pakken.

Zeker de eerste paar dagen bij een reguliere cursus gaan we veel dieper in op gewoon basisdingen over positionering, timing, peddelen, dat soort dingen. Dus mensen komen vaak bij ons en ze zeggen “Oké, wanneer gaan we cross-step training doen?”

Nienke: De basis, die moet gewoon goed zijn. Want uiteindelijk heb je daar profijt van in je cross-step. Dat je meer golven pakt doordat je peddelen beter wordt en je timing, dat soort dingen. Dan maak je ook uiteindelijk een stuk meer cross-steps en maak je meer progressie enzovoort. Dus ja, we hameren vooral eerst op die basis – die trouwens ook wel heel anders is dan het shortboarden – en dan gaan we echt meer over op de technische aspecten, zoals het cross-steppen en bepaalde terms en dat soort dingen. Ook wel grappig is dat je heel duidelijk ziet, mensen die hebben geshortboard, die aan peddelen voor een golf, die beginnen vaak wat langzamer en dan komt er een golf aan en dan gaan ze heel erg versnellen en dan zorg je ervoor dat op het laatste moment dat die golf zo heel steil is, dat je die golf pakt. En voor shortboarden is dat precies wat je wil, natuurlijk. Maar voor longboarden kan je die golf al veel eerder pakken door juist in het begin harder aan te peddelen en je board juist gewoon te laten glijden. En dat is het leuke van een longboard, dat die zoveel meer glijdt dan een shortboard. En ik maak weleens in mijn trips de vergelijking; als je een zwembad hebt en je duwt een shortboard van de ene kant van het zwembad naar de andere kant, dan stopt die waarschijnlijk na drie meter. Bij een longboard breekt je de neus van je board aan de andere kant van het zwembad, omdat die die glide heeft. En dat kun je dus ook gebruiken in je peddelen en in je surfen, en dat is zo mooi.

Pepijn: Zie je vaakin dat longboarders heel kort van tevoren aan peddelen?

Nienke: Ja.

Pepijn: Dan denk ik “Als je gewoon 4 of 5 seconden eerder peddelt, dan had je 4 of 5 seconden eerder je golf gehad”. Gewoon puur omdat je meer snelheid krijgt.

Nienke: Ja, je moet echt goed kijken “Waar, op welk punt, wil ik mijn maximale snelheid al hebben bereikt?” en daar moet je dus voor zitten, want je hebt zo veel slagen nodig om die maximale snelheid te bereiken. En dan zit je op het goede punt. Als je op een gegeven moment niet meer beginner bent, maar meer intermediate, dat is het punt waar heel veel mensen over struikelen, over die timing en dat peddelen. En daar proberen we wel veel op te focussen.

Pepijn: Super interessant. Ook omdat het een hele andere manier van nadenken over surfen is dan dat ik altijd doe.

Nienke: Ja?

Pepijn: Ik ben nu bezig met waar ik peddel, wanneer ik hard ga peddelen. Voor mij is het gewoon zo een soort van tweede natuur om op een bepaalde manier te peddelen. Ik denk niet per se daarover na. Wel in het water, waar je in het water ligt en wel waar je de golf pakt. Maar niet per se over hoe je peddelt, waar je benen zijn als je peddelt. Dat heeft natuurlijk niet heel veel met het shortboarden invloed op waar je lichaamsgewicht ligt. In ieder geval niet zo veel als met longboarden. Maar ik heb al vaker gehoord dat als je longboardt en je peddelt aan, dat als je je benen omhoog doet, dat het heel veel helpt.

Nienke: Ja, dat scheelt echt heel veel. Dus dat is wel een kleine tip die iedereen al meteen kan toepassen.

Pepijn: Ja, precies. En ook niet moeilijk om toe te passen, natuurlijk. Je moet er gewoon aan wennen. En nu ik het er toch over heb, je ziet het eigenlijk ook bij heel veel mensen die goed longboarden, die peddelen automatisch met hun benen omhoog.

Nienke: Ja, je wil de afstand tussen de neus en het water echt zo klein mogelijk houden, zodat je die golf zo vroeg mogelijk kan pakken. En hoe meer snelheid je hebt, hoe meer gewicht je ook naar voren kunt hebben. Dat is gewoon natuurkunde, denk ik.

Hoe leer je de techniek van longboarden het beste aan?

Nienke: Je kan de techniek van longboarden goed aanleren. Dat is gewoon een kwestie van dingen oefenen. Maar de andere is dat je het op de juiste plek in de golf doet. En dat geldt natuurlijk voor alles, maar als je met je tien tenen over de rand van de neus staat, dan moet je wel de perfecte plek in de golf hebben, anders ben je niet gebalanceerd en dan duik je gewoon naar beneden. Dus je moet echt helemaal in controle zijn, wil je dan staan. En dat geeft natuurlijk ook een fantastisch gevoel, want het is ook een gevoel van heel veel controle die je dan op dat moment hebt.

Pepijn: Hoe zou je beschrijven waar je wel in de golf moet staan? Want ik probeer het voor mezelf soms te bedenken van “Oké…” Mensen vragen soms aan me van “Ik wil een hang ten doen, waar moet ik dat doen in de golf?”, dan vind ik het heel moeilijk om uit te leggen waar dat in de golf moet zijn. Want het moet niet op de piek van de golf zijn, dan worden ze voor mij weg gemept omdat je zoveel snelheid krijgt. Of je gaat naar beneden, dus je valt of… Hoe zou jij dat omschrijven?

Nienke: Ik zou het sowieso iets meer opbouwen, denk ik. Gelijk een hang ten is natuurlijk best wel een grote stap. Sowieso zou ik eerst focussen op gewoon één cross-stepje te doen. Dus niet ineens helemaal overstappen, maar gewoon één keer aantikken en dan weer terug en daar eerst mee aan de slag gaan.

Echt voor een hang ten is het belangrijk dat je vrij hoog op de golf zit en dat je board heel evenwijdig is aan de golf. Dus als je neus een klein beetje naar beneden wijst, dan ga je ook die kant op. Want wat je eigenlijk doet, de reden waarom je eigenlijk cross-steppt en nose-slide, is om te versnellen, om te accelereren. En met shortboarden doe je dat dus vooral met rail to rail surfing. En met longboarden maak je dus cross-steps naar voren. Dus als je neus naar beneden wijst, dan heb je op een gegeven moment zoveel snelheid, als je naar beneden wijst, dan ga je gewoon heel snel. Dus je moet heel evenwichtig zijn, dicht bij de pocket is wel heel belangrijk, als je te ver van de pocket af bent, dan werkt het ook niet. Wat je echt wil, vaak is dat juist de golf een klein beetje breekt op je tail, dus dat je dat ook een beetje in evenwicht houdt. Je leunt een klein beetje met je rail in de golf in. Dat zijn wel de belangrijkste dingen.

Nienke: Je hebt ook wel verschillende soorten nose rides. Soms kan je hem juist iets meer naar voren maken. Maar echt de perfecte nose ride is dus hoog op de golf, helemaal evenwijdig en echt vlak bij de pocket.

Jurjen: Het is een hele klassieke, fantastische move om te zien, dat vind ik wel met longboarden. Maar is het te leren? Als je een week bij jou komt, ik heb je bezig gezien, maar ik was er niet zelf bij. En het is een fantastisch idee, volgens mij, cross-step, mensen die superblij zijn.

Wat kan je leren in een week als je les van je krijgt?

Jurjen: Wat kan je leren in zo een week, als een gemiddelde surfer? Dus bijvoorbeeld, als ik bij jullie kom een week, kan ik dan die nose ride maken?

Nienke: Ja, goede vraag. Dat ligt natuurlijk heel erg aan je niveau dat je op dat moment hebt. Maar surfen is een sport die een hele langzame leercurve heeft. En ik vraag altijd aan mensen die komen, de eerste dag vraag ik “Hebben jullie ook persoonlijke doelen? Zijn er dingen waar je zelf aan wil werken deze week?”

En dan heb ik inderdaad weleens mensen die zeggen “Ja, ik wil aan het einde van de week een hang ten kunnen of een nose ride. Het is net of je op een shortboard trip gaat en je zegt “Aan het einde van de week wil ik een barrel hebben gesurft of een aerial”.

Weet je, dat zijn wel enorme hoge doelen die je je dan stelt, die denk ik niet altijd haalbaar zijn. Maar we maken wel ontzettend veel progressie op een week. En wat je wel veel ziet is dat je veel handvatten meegeeft aan iemand. Dus het is heel moeilijk om iemand in een week echt te laten nose riden. Maar iemand kan alle theorie en dingen die ze meegekregen hebben wel meenemen en zelf nog aan de slag gaan en uiteindelijk dus wel die hang ten kunnen.

En natuurlijk, soms hebben we weleens mensen die inderdaad na een week een eerste nose ride maken. Met wel veel mensen, trouwens, hoor.

Nienke: Maar mensen moeten vaak echt nog leren cross-steppen. Daar moet je eerst echt op focussen en dan verder. We geven alles mee in zo’n week. Dus we geven ook al de tips en tricks voor nose riding mee. Alleen, dat wil niet zeggen dat mensen dat dan meteen aan het einde van de week kunnen. Maar ze kunnen er wel mee aan de slag en dat is wel heel leuk.

Jurjen: Dat geeft ze gelijk ontzettend veel perspectief ook daarna.

Nienke: Ja. Mensen zijn ook heel stoked, die hebben veel zin om dingen weer te leren en zo.

Jurjen: Heerlijk. Dat is superfijn. Zijn er nog plekken voor het voorjaar? Die vier weken?

Nienke: Ja. Het is grappig, ik ben altijd een beetje laat om ze te publiceren. Dat komt omdat ze afhangen van een wedstrijdschema. Maar ik heb ze nu een week volgens mij, of twee weken, online staan, zonder nog maar aan te kondigen.

Nienke: Maar de groep voor volgende week zit al vol, ik heb wel een wachtlijst. Dat is echt bizar. Maar die andere weken, daar heb ik plek voor.

Jurjen: Oké, en dan moet je naar welke website?

Nienke: www.singlefinsurftravel.nl En anders kun je mij ook vinden op Instagram, Facebook of wat dan ook.

Pepijn: @nienkeduinmeijer?

Nienke: @nienkeduinmeijer denk ik, ja.

 Jurjen: Ik was verder naar het volgende benieuwd. Je vertelt over dat jij heel bewust surft. En dan ben ik ook weleens benieuwd of je onbewust surft? Snap je? Je komt heel gedreven over, je zegt ook “Ik kan nog van alles leren, ik ken mijn zwakke punten, van alles kan ik nog beter doen. Kan jij ook in het water liggen en gewoon maar laten gebeuren?

Nienke: Oh ja, zeker. Ja, dat kan ik ook wel. Ik moet zeggen dat ik nog beter kan als ik met mijn handplane bijvoorbeeld het water in ga, dat is voor mij echt puur alleen gaan spelen en fun maken. Maar met longboarden zeker ook. Maar dat is natuurlijk altijd een…

Jurjen: Ik was gewoon nieuwsgierig. Als je wedstrijden surft en hoe je bent en het is ook een topsport. En dat je daar altijd wel een soort gedrevenheid hebt. En ik wou horen waar die balans zit. Voor mij is het echt de totale ontspanning. En ik wil beter worden, maar van die gedrevenheid, daar zou ik juist nog wat meer van willen hebben om die progressie misschien te versnellen.

Nienke: Ja, het is ook wel gek, want longboarden is aan de ene kant iets heel speels en ontspannend. En aan de andere kant duw je dat in een soort hoekje om er een competitie van te maken. Dus het heeft voor mij ook altijd twee kanten. Het is aan de ene kant gewoon inderdaad ook puur ontspanning en heel speels in het water zijn en een soort expressie die je naar buiten brengt. En aan de andere kant ben ik competitief en vind ik het heel leuk om daarin vooruit te gaan.

Wat voor vinnen gebruik je bij longboarden?

En wat voor longboard is geschikt voor je in Nederland?

Pepijn: Ik ben superbenieuwd over boards en vinnen, eigenlijk. Dus wat voor boards surf je zelf en wat raad je iemand aan in bijvoorbeeld Nederland of in het buitenland? Ik zou graag willen weten welke boards je surft en wat voor vinnen daarbij horen?

Nienke: Ja, goede vraag. Er zijn natuurlijk ontzettend longboards en mogelijkheden en het is ook een beetje wat je zelf fijn vindt, denk ik. Wat ik al zei, je hebt meer performance longboards en meer klassieke longboards. Dus die eerste vraag is; wat vind je zelf, welke kant wil je liever op? Vind je juist dat klassieke leuker, of wil je juist snellere bochten maken? Inderdaad, de omgeving bij het surfen is heel belangrijk. Dus in Nederland zou ik andere boarden aanraden dan dat je in in het buitenland bijvoorbeeld surft. En ook andere vinnen en noem maar op. In Nederland, omdat je juist wat onregelmatigere golven hebt en wat meer chop, zou ik een te klassiek board niet aanraden. Je wil eigenlijk in Nederland juist een beetje flex hebben, een beetje rocken, om die chop te absorberen en op te vangen als het ware. Dus je ziet weleens gasten die lopen dan met een megamooi, duur longboard met drie stringers en super heavy gloves en een hele grote vin erop en het ziet er allemaal prachtig uit. Maar het werkt gewoon niet in de Noordzee. Dus je moet wel echt voor de juiste golven het juiste board uitkiezen. Dat is natuurlijk ontzettend belangrijk. En in het buitenland, bijvoorbeeld, zou je zo’n board wel weer surfen. Daar heb je juist heel veel aan dat glijdgevoel, aan een zwaar board wat goed kan nose-riden. Maar in Nederland moet je juist ook wel snel van richting kunnen veranderen, de chop op kunnen vangen. Dus in Nederland zou ik wel eerder een wat lichter board kiezen, ietsje meer rocken, maar ook weer niet een té-performance board. Wat je wil juist wel het volume hebben, omdat de golven ook weer weinig kracht hebben in Nederland. Dus die balans moet je daar een beetje tussen vinden. Een all-around board in Nederland zou ik wel aanraden. En gewoon een Dolphin-vin is denk ik een vrij standaard vin, die voor iedereen heel goed werkt, die doet van alles eigenlijk een beetje. En als ik een golf in Noosa surf, dan surf ik bijvoorbeeld veel met een Hatchet.

Pepijn: Wat is een Dolphin, wat is een Hatchet?

Nienke: Een Dolphin is eigenlijk de meest standaard longboard-vin die er is. Die kennen de meeste mensen wel, denk ik. Ik kan hem nu in de podcast natuurlijk niet laten zien.

Pepijn: Een grote base, maar niet zo’n wijde vin, toch?

Nienke: Nee, hij heeft gewoon een gemiddelde base en de tip is wat smaller. En het is eigenlijk gewoon de meest standaard vin. Je ziet hem wel heel vaak voorbijkomen. Anders kan je hem even Googelen. Een Hatchet, bijvoorbeeld, dat is een hele andere vin. Dat is een vin die een hele brede base heeft, hij heeft ook een hele brede tip.

Pepijn: Bijna een soort van zwaard.

Nienke: Bijna ja, hij gaat recht naar beneden. Het is bijna een D-vin. Het lijkt op een D. Dus best wel een klassieke, traditionele vin en die stuurt wat minder goed, tenzij je goed technisch kunt sturen vanuit de tail, dan krijg je hem ook wel om. Maar die brengt gewoon heel veel stabiliteit voor cross-step en nose-riden. Dus dat vind ik zelf wel een hele fijne vin om te hebben. En zo heb je natuurlijk ontzettend veel verschillende vinnen en kun je daar ook heel veel mee. Want met één board kun je – door de vin te veranderen – een heel ander board maken. Dus een vin maakt echt heel veel uit, veel meer dan mensen denken.

Pepijn: Als mensen dus willen beginnen met longboarden, een all-around performance board kopen en je vinnen vooral switchen en spelen met je vin-setup en dat soort dingen?

Nienke: Ja, een all-around, ik zou performance wel weglaten. Nee, maar wel all-around. Ja, mensen mogen mij ook altijd een berichtje sturen om te vragen.

Pepijn: Doe je nog side-bits erop of met drie vinnen of twee vinnen ernaast?

Nienke: Ik heb een kleine voorliefde voor de single vin.

Pepijn: Of gooi je al die dingen vol met epoxy? Deze mag je dus niet meer gebruiken.

Nienke: Ik heb weleens mensen die komen, dan zeggen ze “Mijn board heeft eigenlijk drie vinnen” Alsof het een misdaad is! Dat is natuurlijk grappig. Nee, side fins kunnen heel handig zijn in bepaalde omstandigheden, als het heel hol is, maar ook als het ontzettend rommelig is. De combinatie ervan, dan heb je net even wat meer grip op je rail. Dus het kan heel fijn zijn. Maar om eerlijk te zijn, in dat soort omstandigheden longboard ik liever niet. Dus dan pak ik toch liever een kleine board of een handplane.

Ik longboard juist liever in die kleine mellow golven en dan vind ik single vin surfen altijd het fijnste. Maar voor mensen die nog niet zo veel ervaring hebben, kunnen die side-vinnetjes ook wel fijn zijn. Zie het iets meer als zijwieltjes, je hebt iets meer grip.

Pepijn: Stabiliteit, ja.

Nienke: Ja, en het is ook wel heel belangrijk, denk ik, dat mensen niet zomaar een longboard kopen waar ze niks van afweten, want er zijn zo veel aspecten. Bijvoorbeeld, ik surf veel met 50/50 rails. Dat houdt in dat de radius van de rail aan de bovenkant en de onderkant precies hetzelfde is. En dat geeft echt een heel fijn gevoel in de golf, want het plakt eigenlijk meer in de golf en je krijgt er een hele mooie flow van in je surfen. Maar het is ook veel technischer, veel moeilijker. Dus als je begint met longboarden is het veel makkelijker om juist een harde rail te hebben en 60/40 rails, dat je veel meer grip hebt en dat is veel fijner. En zo zijn er heel veel dingetjes, heel veel kleine aspecten van het longboarden die wel belangrijk zijn. En het is wel heel goed dat mensen er zich goed in verdiepen, voordat ze zomaar een longboard kopen.

Nienke: Ja, ik ben ook betrokken met CC-longboards in Spanje, daar doe ik veel mee. Die hebben best wel een groot scala aan longboards, die kunnen heel veel vertellen. Maar iedereen kan mij ook gewoon een berichtje sturen. Ik krijg ook heel vaak die vraag “Wat zou jij voor mij aanraden?” En dan probeer ik diegene zo goed mogelijk te adviseren. Dat heeft natuurlijk ook veel te maken met je lengte en gewicht. Dat is natuurlijk heel belangrijk.

Jurjen: Maar cruciaal volgens mij is om tips te vragen aan mensen die er verstand van hebben en niet zomaar wat te kopen.

Pepijn: Anders ziet het er gewoon mooi uit.

Jurjen: Precies. Maar verdiep je in wat bij je past, om dan uiteindelijk meer plezier te hebben in het water en je ook makkelijker en beter golven pakt. Dat is toch een valkuil die vaak wordt ingetrapt, om dat niet te doen.

Pepijn: Dit vind ik altijd leuk om te vragen; hoe zie je de toekomst van het longboarden in Nederland voor je? Denk je dat er in tien jaar een hele groep hardcore-longboarders zijn?

Nienke: Het is wel aan het groeien, heb ik het idee. Absoluut. Nu is het wel zo dat longboarders niet altijd heel competitief zijn. Ik heb eerder het gevoel dat shortboarders meer competitief zijn, in het algemeen. Dat zie je ook wel terug in de longboard-wedstrijd in Nederland.

We zijn aan het kijken om een nieuw format op te zetten voor een nieuwe longboard-tour. Nu wordt het gekoppeld aan het shortboard NK. Dus ja, we gaan er zeker in groeien. En om misschien ook wat meer met longboard-coaching voor de jeugd te gaan doen in Nederland, waar nu nog bijna niets mee wordt gedaan. Ik zou het fantastisch vinden om dat zelf te doen, maar ik ben gewoon heel veel in het buitenland, dus dat wordt het niet. Maar ik vind het wel heel leuk om daaraan mee te denken. En ik denk dat het de komende jaren echt nog wel flink gaat groeien, als je ziet hoe het nu aan het groeien is.

Pepijn: Dat zou ik echt cool vinden.

Jurjen: Ja, absoluut.

Pepijn: Ik vind het cool dat dingen veranderen, maar ik vind het helemaal leuk als het breder wordt en er meer stijlen komen. Dat zou ik echt vinden als mensen echt zouden longboarden. Dat vind ik echt cool.

Jurjen: Ik denk dat het nog harder kan gaan groeien als mensen nog meer gaan zien wat er mogelijk is, hoe het eruitziet, hoe tof het is. Dat zou een hele groep mensen in beweging zetten om het longboarden beet te pakken.

Pepijn: Longboard is taking over!

Jurjen: Watch out!

Longboarden in Chicama

Jurjen: Ik ben heel benieuwd naar een spot, waar je ook naartoe gaat. Dat is Chicama. Als je daar de foto’s van ziet, en volgens mij heb je ook eens een filmpje gepost dat je daar aan het surfen was. Die golf, die gaat maar door en door als je de juiste condities hebt. Hoe vaak komt het voor dat die zo mooi breekt en dat je echt een golf van een kilometer hebt of meer? Dat is een beetje wat je leest. Is dat toevallig één keer per jaar als ze allemaal foto’s maken en die dan allemaal op sociale media gooien?

Nienke: Hij breekt ook genoeg. Het is echt niet normaal.

Pepijn: Het is in Peru, om even duidelijk te zijn, langste linker point van de wereld.

Nienke: Ja, zo ver ik weet wel. Ze hebben wel een seizoen waarin het groter is en je moet je wel voorstellen, als het groter is, dan linken alle secties – verschillende secties van de golf – die linken aan elkaar. Waardoor je dus inderdaad die kilometerslange golf krijgt. Maar in veel gevallen is het wel kleiner en dan breekt ze dus op in kleinere stukjes, kleinere secties die je kunt surfen. Maar nog steeds in de golf het langste wat je ooit zal surfen. Wij gaan er eigenlijk juist in die off-season met single-fin heen, omdat het dan heel rustig is in het water. En omdat het nog steeds een hele mooie golf breekt. En met longboarden hoeven we geen overhead grote golf te hebben, maar is een heuphoogte golfje juist heel goed. En het is echt… Toen ik daar voor het eerst kwam, toen kon ik het bijna niet geloven. Als je die points ziet lopen, het is echt bizar.

Jurjen: Maar heb je… Heb je daar…

Pepijn: Ben je een beetje perplex?

Jurjen: Ja, dat ben ik een beetje wel. Als het elke dag daar afgaatm dat is een bizarre omgeving. Maar is de winter ook altijd goed?

Pepijn: Is het ooit slecht daar?

Nienke: Het is elke dag offshore. Nee, het is echt heel bizar. Maar het is wel zo, overdag, dan wordt de wind op een gegeven moment zo hard, dat er echt te hard offshore is. Dus je wil wel vroeg in de ochtend gaan of helemaal aan het einde van de dag.

Nienke: Je hebt heel veel verschillende points achter elkaar. En als de eerste te klein is, dan loop je dus door naar de volgende. Als je foto’s of video’s ziet, dan zie je nog niet eens de hele point van Chicama, omdat het nog zo ver doorloopt.

Jurjen: Wauw.

Pepijn: Surftips Podcast-trip naar Chicama dus.

Nienke: Ja, en dan moet je echt je benen trainen, want je krijgt gewoon echt…

Jurjen: Ja, precies. Want je denkt “Je benen, die gebruik je niet”. Maar mensen die jaren hebben gesurft, die zeggen “Je krijgt verzuring in je benen, als je niet oppast”.

Nienke: Ja, serieus, dat had ik ook. Ja, dat is heel gek. Dat heb je natuurlijk normaal nooit met surfen.

Jurjen: Nee, ik heb leren snowboarden. Als je heel lang moet traferseren over een berg, dan kunnen je benen verzuren. Maar blijkbaar kan dat met surfen dus ook. Dat heb je daar.

Nienke: Ja, dat is echt heel gek. En dit is nog wel een leuk verhaal; [00:30:58] was mee vorig jaar naar Chicama. Het was best wel een grote groep. En op een gegeven moment kwam er echt een enorm mooie swell door. En dan linkt die dus inderdaad helemaal aan elkaar en dan kun je hem echt kilometerslang surfen. En wij hadden een tracker mee, dat heet ‘Dawn Patrol’, daarmee kan je dus golven tracken. En volgens mij was het bijna twee minuten dat hij op de golf stond. En toen hij eenmaal gestopt was, toen – ik weet niet of ik het mag vertellen – maar toen moest hij huilen, omdat er gewoon zo’n emotionele lading loskwam, omdat het gewoon zo’n enorm lange golf was. Het is wel bijzonder.

Pepijn: Ik kan me echt voorstellen dat je zo’n sessie ingaat en dat je dan zegt “Hey, lekker golfje”. En dat dan iemand ineens twee minuten verder is, dat je iemand nooit gaat zien, want als diegene halverwege aan het peddelen is, dan zie je diegene nooit meer terug.

Jurjen: We waren eens in gesprek met elkaar in de line up en dan komt er een golf aan, dan is het gewoon heel normaal dat je asociaal kan zijn, het gesprek kan gewoon stoppen en je pakt de golf. Maar je bent toch in tien seconden terug.

Pepijn: Hier niet. Die zie je een tijdje niet meer.

Nienke: In een goede sessie heb je ook gewoon vier golven.

Pepijn: Inderdaad.

Jurjen: Oh man!

Nienke: Dan ben je twee uur bezig!

Pepijn: Maar dat zijn mijn goals, ik wil sowieso daarheen. En ik wil eigenlijk ook longboarden dan.

Jurjen: Ja, natuurlijk.

Nienke: Je kan er wel goed shortboarden, maar je kan allebei goed surfen. Longboarden en shortboarden.

Jurjen: Ik word er heel blij van, van deze verhalen.

Pepijn: Je raakt geïnspireerd!

Nienke: Elke dag surfen en kilometertjes lange golven.

Pepijn: Het is wel een linkse golf, hé.

Nienke: Ja, het is wel links.

Pepijn: Dat is goed voor jou?

Jurjen: Dat is goed voor mij om te leren. En dat maakt niet uit, het lijkt gewoon een te gekke golf. Wanneer ga je daar heen? Ga je komend jaar er weer heen?

Nienke: Ja, heel snel al. Ik ga er zelf op 19 januari heen, een trip met Single Fin start al 27 januari.

Jurjen: Oh, dat is een winterbestemming. Is het daar ook winter in Peru?

Nienke: Nee, zomer.

Nienke: Het water is nog best wel fris. En de buitentemperatuur is 25°C of zo. Dat is echt heel lekker.

Jurjen: Superrelaxed. Dus jullie gaan in de winter er naartoe.

Nienke: Ja. Tenzij je echt wat grotere swells wilt, dan moet je juist in April, Juni of Juli komen. Dan heb je echt wat grotere swells. En in bijvoorbeeld Augustus heb je dat ook nog wel, maar vanaf Augustus tot November heb je heel veel zeemist daar. En dan is het één grote, grauwe bende. Dan is het iets minder mooi. Maar dan kan je nog steeds goed surfen.

Pepijn: Echt jammer. Als het grauw is, ga ik niet meer. Wil je daar gaan wonen of zo?

Nienke: Er is voor de rest niks. Het is echt in het midden van de woestijn. Wat wel heel apart is en leuk voor een paar weken. Maar nee, ik zou er absoluut niet willen wonen. Er staat geen baan en geen boom.

De take-off bij longboarden

Pepijn: Voor mij, het eerste wat je leert op je longboarden is je stel en dat begint al met je take-off en vaak gaan mensen dan door naar de cross-step. Maar je kan zoveel met de take-off doen, met het longboarden. Maar leg het uit wat dat dan precies is en hoe je dat dan doet en hoe mensen zich kunnen verbeteren. Dus wat mensen vaak fout doen en hoe ze dat dan kunnen verbeteren.

Nienke: Mensen die leren surfen, die leren echt om pop-ups te doen en zo snel mogelijk op te staan. En eigenlijk, als ze zich opdrukken, meteen dan daarna te gaan staan. En wat je juist heel goed kan met longboarden, is je juist nog opdrukken, dus een prone position, en dan heb je eigenlijk nog heel veel tijd om nog naar links of naar rechts te sturen en een bepaalde lijn uit te zetten. Dus ik ben altijd heel erg bezig met longboarden met een bepaald plan in je hoofd maken. Dus je ziet de golf en je probeert eigenlijk zoveel mogelijk te kijken. En daar speel je nu natuurlijk op in, je speelt in op die energie van die golf en wat die doet. En je kunt dat dus heel lang blijven rekken. En wat heel leuk is, bijvoorbeeld, is dat als er bijvoorbeeld een rechtse golf is, dat je juist heel erg naar links stuurt en een gigantische turn maakt naar rechts en dan bijvoorbeeld een nose-ride inzet. Je kunt zo veel doen, inderdaad, met die take-off en juist wat later opstaan of juist wat eerder. Daar kun je veel meer mee spelen dan met shortboarden. Omdat je dan een veel korter moment hebt om ook echt op te staan. Je stance is heel belangrijk. Dus heel veel mensen springen op en die hebben best wel een wijde stance. Perfect voor het shortboarden ook weer, maar met het longboarden wil je juist wat eleganter staan en ietsje dichter bij elkaar. Je wil eigenlijk op een bepaald punt uitkomen bij je take-off, waarbij je vanaf dat punt ofwel gemakkelijk een turn kan maken, of juist naar voren kan lopen. En het is heel belangrijk om dat punt juist te zoeken in het longboarden. Dus heel veel mensen springen juist te veel naar achteren en dan komt je neus van het board best wel omhoog en vanuit die positie is het helemaal niet fijn om nog naar voren te lopen. Dus je wil juist iets meer naar voren gaan staan, voeten vrij dicht bij elkaar. En vaak vanuit je take-off is het een hele goede uitgangspositie om dan meteen te gaan lopen.

Pepijn: Bij de take-off te gaan lopen?

Nienke: Ja. Op dat moment heb je namelijk wat minder snelheid, en je wil juist die snelheid. Tenzij je echt naar beneden gaat en een hele dikke bottom turn maakt. Dus je wil die snelheid maken door te gaan accelereren door cross-steppen. Dus vanaf je take-off is het vaak heel goed. Dus het is ook heel goed om perfect uit te komen en dat dan te doen als je heel wijd staat – en daarom moet je een cross-step maken. Het ziet er natuurlijk ook heel gek uit. Of je maakt een turn, en wat je dan vaak doet is juist je achterste voet wat meer naar achteren zetten, of juist voorste voet naar achter te zetten en dan maak je dus een drop knee turn. Er zijn dus heel veel mogelijkheden in je takeoff.

Pepijn: Waarvoor gebruik je die drop knee dan?

Nienke: Bijvoorbeeld, ik zei in het begin van de podcast dat je moet kijken waar die energie in de golf zit. En stel je voor, ik peddel voor een golf en in de linker kant zie ik dat er wat meer energie zit. Dus ik peddel via die kant.

Jurjen: Hoe zie je dat?

Nienke: Ja, goede vraag. Het is eigenlijk heel simpel; je ziet dat daar de golf ietsje meer in een puntje gaat, ietsje hoger is dan de rest.

Pepijn: De peak van de golf.

Nienke: De peak van de golf. Dat is niet altijd even duidelijk. Maar vaak wel, en zeker in de beach break kan je dat heel goed zien, die energie van de golf. Dus in die richting peddel je dan ook. Maar als die bijvoorbeeld aan de linker kant is, peddel je wel naar links toe, maar je wil naar rechts, omdat het een rechtse golf is. En om een longboard 180 graden om te draaien is die drop knee turn heel fijn, omdat je heel veel druk geeft op je tail. Dus je hebt ook een enorm grote turn. Dus bijvoorbeeld je gaat dus naar links, je staat op, maakt die drop knee turn en je draait heel je board helemaal naar rechts toe. En vaak zit je dan heel goed om te cross-steppen of te nose-riden, omdat je dan dicht bij de pocket zit. Je hebt op dat moment weinig snelheid, je rails plant je helemaal in de golf.

Jurjen: Doe je alles met je benen dan? Bij het shortboarden ben je best nog wel met je armen of je lichaam bezig. Hoe zit dat bij longboarden? Het is een hele andere techniek.

Nienke: Ja, maar hetzelfde als met shortboarden, het moet wel in evenwicht zijn, dus je bovenlichaam moet wel goed kunnen corresponderen met je onderlichaam. Dat is heel erg belangrijk bij het surfen, anders krijg je contra-rotatie, dat soort dingen. Dus de allereerste stap die je doet is kijken waar je heen wilt. Dat is heel erg belangrijk, met shortboarden, met longboarden, met alles. Fietsen, alles. Dus je kijkt waar je heen wilt, je leading arm – je voorste arm – die volgt dan. En dat zorgt er dus automatisch voor – omdat je bovenlichaam de kant opdraait waar je heen wil – dat je naar beneden schakelt en uiteindelijk gaan je benen dan ook mee. Die arm hoeft niet per se, maar het is een heel goed middel om je bovenlichaam en je schouders heel erg open te draaien naar waar je heen wil en dat is heel erg belangrijk. Dus als ik die drop knee bijvoorbeeld maak, dan kijk ik eerst waar ik heen wil, draai ik mijn bovenlichaam en dan de rest.

Pepijn: Hoe lang hou je die drop knee aan? Het lijkt me zo moeilijk voor mensen die voor het eerst een drop knee doen. Een voet neerzetten, dat gaat waarschijnlijk wel. Je druk neerzetten, dat is misschien wel moeilijk. Je maakt dat bochtje, die bottom turn. Wanneer zet je die voet terug, hoe weet je dat je genoeg hebt gedraaid om weer verder te surfen?

Nienke: Dat is echt best wel een kwestie van het een beetje aan te voelen. Op een gegeven moment voel je dat het hele boeltje is omgedraaid. En dat is eigenlijk ook het moment dat je dan die andere voet erbij kan zetten en dat gaat eigenlijk vrij natuurlijk bij de meeste mensen.

Pepijn: En je hebt die drop knee gedaan. Je zit eigenlijk op de perfecte plek om te nose-riden. Wat is jouw volgende stap? Hoe leg je uit hoe mensen moeten gaan nose-riden? Omdat mensen dus vaak shuffelen, maar die cross-step moeten doen. Is daar een techniek voor, om de cross-step goed te doen?

Nienke: Ja, zeker. Wat ik zei, het is heel belangrijk dat je niet naar voren leunt met je bovenlichaam, dus dat je je gewicht heel gecentreerd houdt. En als je dus je ene voet over de andere zet, dat doe dus niet achterlangs maar voorlangs. Je buigt licht door je knieën en je zet je heupen eigenlijk een klein beetje naar voren en dat is een middel om te voorkomen dat je met je bovenlichaam naar voren leunt. Het is makkelijk in het begin om je wat meer open te draaien en je armen wat gespreid te houden. Het ziet er misschien niet heel stijlvol uit, maar in het begin kan het je heel erg helpen. En als je cross-stept, als je je voet voorbij die andere voet neerzet, dan doe je nog niet meteen al je gewicht op de andere voet. Dus het is niet echt een stap. Het is een zoals een kat die heel zachtjes loopt. Dus je zet eerst je voet neer en dan pas zet je het gewicht erop en dan zet je die andere voet daar weer bij. Dus het is bijna alsof je het geluidloos zou willen doen.

Jurjen: Je sluipt eigenlijk.

Nienke: Je sluipt naar voren, inderdaad.

Pepijn: Ik zie de mensen thuis al oefenen.

Jurjen: Dit kan je ook op het droge oefenen?

Nienke: Ja, zeker.

Pepijn: Ik heb weleens foto’s gezien van dat jullie bezig zijn op die boards, gewoon op het board.

Nienke: Ja, zeker. Je kan het inderdaad gewoon oefenen. Het is makkelijk om voor jezelf een stringer – een lijn – te maken. De stringer is de middellijn van je board, dat houten stukje. En dat je daar al probeert te cross-steppen. Dus je kan het zeker op het droge oefenen, ja. En hoe meer je natuurlijk dingen op het droge oefent, hoe beter. Want uiteindelijk heb je een soort muscle memory en dan gaat het in het water een stuk beter als je het op het droge oefent.

Pepijn: Veel mensen maken waarschijnlijk de fout dat ze te ver doorlopen of op het verkeerde moment lopen. Wanneer weet je dat je terug moet lopen? Hoe zit dat?

Nienke: Je kunt de cross-step naar de neus in verschillende stappen doen. Je kan hem in twee stappen doen, wat er niet heel erg mooi uitziet, wat veel gebruikt wordt in competities om snel even de punten te halen en dan weer naar achter te lopen. Je kan het in vier stappen doen en dat wordt het meeste gebruikt en dat is ook het makkelijkste voor iedereen. En in zes stapjes, zes stapjes ziet er heel mooi uit, heel klassiek, van die kleine mooie stapjes. Maar het is moeilijk en het kost ook meer tijd. Zeker in Nederland is dat veel lastiger omdat de golven gewoon korter en sneller zijn. Dus vier stappen zijn eigenlijk het beste. En je moet voor jezelf goed uitrekenen hoe lang je board is en hoe groot je stappen dus moeten zijn om goed uit te komen.

Jurjen: Je moet goed rekenen.

Nienke: Ja, het is heel simpel. Je kan eigenlijk je board, de outline, kan je gewoon even tekenen. Dus je zet gewoon een paar streepjes, je gaat net doen alsof je gaat peddelen. Je gaat opstaan. En je gaat gewoon die cross-steps doen voor je stappen.

Jurjen: Totdat het in je hoofd zit.

Pepijn: Longboarden is eigenlijk gewoon wiskunde.

Nienke: Dan weet je “Hoe groot moeten mijn stappen zijn om goed uit te komen?”

Jurjen: Precies.

Nienke: En je maakt eerst twee stapjes en op dat punt is het een goed reflectiemoment om te kijken “Kan ik doorgaan, kan ik vier stapjes maken? Of moet ik na die twee stapjes weer teruglopen?” En na die tweede ben je op de zogenaamde sweet spot van het board en dat is het gedeelte waarop je ook de meeste snelheid zal maken. En wat voor sommige mensen ook een beetje eng is, omdat je dan in één keer onwijs accelereert. Dus sommige mensen vallen ook dan naar achteren. Dus het is heel grappig om dat ook te voelen. En op dat punt – wat ik al zei – kun je dus kijken “Kan ik doorlopen?” En dat heeft dus te maken met de positie die ik net zei. Zit je board nog wel evenwijdig aan de golf? Ook een belangrijke is, is er wel een goed wandje voor je? Als de golf natuurlijk voor je niet gaat breken, heeft het natuurlijk geen zin om naar voren te lopen. Zit ik hoog in de golf, zit ik goed bij die pockets? En als alles goed voelt, dan kun je dus doorlopen. En in veel andere gevallen moet je dus weer teruglopen. Maar het is een hele goede oefening.

Jurjen: Hoe lang duurt zo’n beslissing? Is dat een seconde-beslissing? Is dat van “Ja, ik ga door”? Of is het van “Even kijken…. Ja, nu ga ik door”?

Nienke: Dat is echt afhankelijk van de golf. Meestal is dat wel vrij snel, dat ik zie “Okay, ik moet weer teruglopen en ik moet meer naar de pockets toesturen”. Dan ga je je weer op die manier positioneren. Positioneren wordt in het longboarden trouwens ‘trimmen’ genoemd. Dus dat je je board op een bepaalde manier positioneert in de golf om je klaar te maken voor het nose-riden. Maar op die sweet spot, na die twee stapjes, het is niet alleen beslissen of je verdergaat of niet. Je kan dan ook nog trimmen en een beetje bijsturen. Dus eigenlijk probeer je al zo goed mogelijk te positioneren in het begin. Dus je zet hem echt klaar voor die nose-ride. Dus dan maak je één, twee. En op dat punt kun je eigenlijk nog een beetje hoger sturen, iets verder de golf in. Je kan niet echt sturen, want daarvoor moet je echt terug naar de tail. Maar je kan wel kleine aanpassingen maken, dus het trimmen zoals we dat noemen, om uiteindelijk wel zo goed te hebben dat je die nose-ride af kan maken.

Pepijn: Maar dat is meer een beetje naar de ene rail, de andere rail leunen om te trimmen?

Nienke: Ja.

Jurjen: Maar op dat moment doe je de acceleratie en dan zie je veel mensen vallen. Hoe kan je dat voorkomen? Heb je tips om stabiel te blijven op dat moment?

Nienke: Ja, veel mensen willen ook gewoon te snel, dus die gaan heel snel naar voren en dan merken ze “Okay, ik ga heel hard”, en dan vallen ze meteen naar achter. Probeer heel veel rust in te bouwen in je longboarden. Het hoeft allemaal niet zo snel. Als je het goed doet, heb je overal eigenlijk best wel veel tijd voor. En als je die stapjes heel rustig maakt en je houdt je gewicht heel erg gecentreerd boven je lichaam, dan zul je ook wel merken dat het vaak goed gaat. En op een gegeven moment raak je ook gewend aan die snelheid. Het is hetzelfde natuurlijk als je zou leren motorrijden, in het begin denk je “Wauw, ik ga in één keer naar achter”. Maar op een gegeven moment weet je dat dat gebeurt en dan kun je daar natuurlijk ook wat meer op inspelen. Op de neus zelf kun je trouwens ook nog een beetje trimmen. Als je een hang five maakt, dan sta je met één voet op de neus en met de andere voet sta je nog een stukje er verder van af. En hoe verder je ervan af staat, hoe makkelijker de nose-ride. Maar hoe minder moeilijk het natuurlijk is, het ziet er dan ook minder mooi uit omdat je veel dichter bij de neus staat. Maar op dat punt kun je wel nog het board een beetje trimmen en controleren. En je kunt zelfs – door met je tenen over de neus te wrappen – nog een klein beetje sturen. Je kan hem een beetje omhoogtrekken en daar wat mee doen.

Jurjen: Je trekt eigenlijk een beetje met je tenen.

Nienke: Ja, ik heb hele lange tenen.

Jurjen: Ik zie ook weleens longboarders – als het om de lijn gaat – bij shortboarders sta je gewoon met je voeten diagonaal aan het board. Bij longboarders zie ik soms heel relaxed mensen met hun beide voeten naast elkaar staan. Is dat gewoon een move? Mensen staan soms zo ontspannen op een longboard. Waarom staan ze met hun voeten naast elkaar? Of is het gewoon mogelijk bij longboarden?

Nienke: Dat is het leuke waarin je het verschil ziet tussen competitie-longboarden en het vrij longboarden. Er zijn geen regels in het vrij longboarden. Dus als je lekker met je voeten naast elkaar wil staan, dan doe je dat. Als je op je hoofd wil staan of als je op de neus wil staan en je andere been de lucht wil ingooien, er zijn zoveel mogelijkheden. Je kan zo creatief zijn in het longboarden. Sommige mensen gaan achterstevoren staan. Daar is een hele mooie foto van, dat hij achterstevoren staat op het longboard. Dat maakt het ook heel erg leuk, dat het heel dynamisch is en heel speels, dat er gewoon geen regels zijn in het longboarden. Maar het is niet iets waar je punten mee kan krijgen of zo.

Jurjen: Nee. Het zag er zo relaxed uit, met longboarden heb je meer tijd en als je de golf kan pakken, krijg je ook meer ruimte om te spelen.

Nienke: Ja, en je kan ook echt je eigen stijl ontwikkelen, dat maakt het heel leuk.

Jurjen: Heb jij iemand waarvan je zegt “Die heeft een mooie stijl, daar kijk ik graag naar”?

Nienke: Ja, natuurlijk heel veel. Maar ik vind bijvoorbeeld Corey Golipontail. Die vind ik echt een hele mooie stijl hebben.

Nienke: Het is wel een aparte naam, inderdaad. Verder… Ja, er zijn zoveel mensen met een mooie stijl. Je hebt nu een jonge gast uit California. Guy heet hij. En hij heeft ook een hele mooie stijl. Hoe heet hij ook alweer verder? Ik weet het eigenlijk niet. Ik volg hem op Instagram. Ik ben het even kwijt, maar het maakt niet uit. Hij surft echt onwijs goed, echt heel mooi om te zien. Er zijn zoveel verschillende stijlen van longboarders die je dan volgt en wat je dan inspireert.

Peddelen en longboarden

Jurjen: Hoe zit het met peddelen? We hebben het er al over gehad. We hebben ook een podcast puur over peddelen, hoe je beter kan peddelen. Maar kan je nog even samenvatten hoe als een longboarder op een golf kan peddelen?

Nienke: Ja. Voor een golf bedoel je of algemeen?

Jurjen: Ja, allebei.

Nienke: Je hebt natuurlijk verschillende soorten, je hebt peddelen naar de lijnen toe.

Jurjen: Laten we ze alle twee pakken. Je gaat het water in en je gaat met je longboard, wat natuurlijk veel groter is dan een shortboard. Hoe kom je daarachter te liggen? Wat is daar de beste techniek voor en wat is de beste techniek om een golf te pakken, qua peddelen dan?

Nienke: Om sowieso de branding in te komen, heb je een stukje techniek. Maar ook een stukje tactiek. Maar als je natuurlijk op het strand staat en je ziet de golven breken, dan is het heel goed om te kijken welke plek je uit moet peddelen.

Dus als het een plek is met bijvoorbeeld een mui, dan is het wat makkelijker om uit te peddelen. Het is ook makkelijker om uit te peddelen vlak na een set, bijvoorbeeld. Dus als er een set komt, dan ga je al klaarstaan, ga je al een stukje het water in. Dan ga je vlak daarna, want al dat water dat natuurlijk van die set komt, dat moet ook weer terug.

Pepijn: Ja, precies. Dan krijg je een setje.

Nienke: Eigenlijk wel, een beetje. Een beetje wel. Plus, vlak na een set komt er meestal niet nog een set. Tenzij je pech hebt. Dus dat is een goed moment om dan uit te peddelen. Maar het is vooral belangrijk dat je niet te veel energie verliest bij het naar buiten peddelen. Dus als je bijvoorbeeld al 30 minuten op één plek naar buiten aan het peddelen bent en je merkt “Okay, ik kom hier niet echt vooruit”, dan is het misschien beter om het water even uit te gaan en te kijken “Okay, wat is een betere plek om uit te peddelen in plaats van nog meer energie te verliezen?” En ook het peddelen zelf moet ook rustiger zijn. Je kan wel meteen voluit gaan peddelen. Maar dan kom je achter en dan zit je daar uitgeput. Terwijl er al een eerste mooie golf komt.

Dus eigenlijk ben je vrij relaxed aan het peddelen. En bij je techniek is het heel belangrijk dat je bovenlichaam vrij stilligt, je moet een beetje een holle rug hebben. En bij het peddelen wil je het gevoel hebben dat je niet een beetje water aan het opspatten bent of aaien. Maar dat je jezelf ten opzichte van het water ook echt verplaatst. Wij zeggen weleens “Je moet het gevoel hebben alsof je een paaltje vastpakt en jezelf ten opzichte van het paaltje naar voren duwt”. Dus je pakt het water echt vast en je duwt het naar achter ten opzichte van jezelf.

En als je op die manier denkt, dan krijg je een andere techniek van het peddelen, zo ben je minder met je armen aan het peddelen, maar je moet je armen eigenlijk gebruiken als een verlengstuk, als een middel om te peddelen en de kracht komt eigenlijk uit je rug en uit je schouders. Dus dat zou beter zijn, want die zijn sterker en groter dan je armspieren.

Jurjen: Dat is wel een goeie, van dat paaltje vastpakken.

Nienke: Of wat wij ook vaak zeggen is een ladder. Dus je klimt echt naar boven. Maar in plaats van dat je volgende trede gaat pakken, probeer je de verst mogelijke trede vast te pakken en die pakken. Dus bij het peddelen probeer je ook zo ver mogelijk uit te strekken, maar het is wel heel belangrijk dat je je bovenlichaam stilhoudt. Want je wil niet dat je plank heen en weer gaat. Maar je wil wel zo ver mogelijk strekken, omdat je dan een veel grotere oppervlakte hebt van water.

Jurjen: Voel je die dan ook helemaal onder je door drukken dan, die ladder?

Nienke: Als je peddelt, je steekt hem dus in en wij zeggen eigenlijk altijd een beetje met je wijsvinger, dat je zo peddelt, met je elleboog omhoog. En dan peddel je en eigenlijk ter hoogte van je heup of middel, denk ik, dan haal je hem voorzichtig uit en wat heel veel mensen doen, is dat ze dan nog even extra kracht geven omhoog. Maar dan ben je natuurlijk alleen maar water naar boven aan het verplaatsen en jezelf naar beneden, dus dat heeft helemaal geen zin. Dus dan verlies je best wel veel energie door dat hele stomme dingetje. Dus dat is heel belangrijk. Dus vooral dat ver insteken, dat vind ik altijd belangrijk. Maar wel stil blijven liggen. Dus eigenlijk beweeg je je schouders ten opzichte van elkaar, maar je houdt je bovenlichaam wel stil.

Jurjen: Als ik verder peddel, komt ook die set weer aan?

Nienke: Goede vraag, ja. Dan komt er een grote golf aan. En je kunt natuurlijk niet zo makkelijk duck diven als met een short board, dus er zijn andere manieren met een longboard om daar doorheen te komen.

Pepijn: Kun je met een longboard duck diven?

Nienke: Als het een heel dun en licht longboard is dan kan het wel. Maar meestal surf ik met een wat zwaarder, groter board, dus eigenlijk… En ik ben zelf niet heel zwaar, dus dan… Nee, eigenlijk niet. Heel soms…

Nienke: Heel soms als hij nog niet helemaal is gebroken, dan duw ik hem er weleens doorheen, inderdaad. Maar een echte duck dive, nee, dat doe ik niet. Maar er zijn gelukkig andere manieren die niet zo effectief zijn als een duck dive, maar die ook wel helpen. En de bekendste daarvan is natuurlijk de turtle roll. En de turtle roll is eigenlijk heel simpel; je pakt je board vast bij de rail, je draait je om zodat de onderkant naar boven wijst en de golf rolt over de onderkant van je board. Dus je bent een soort van anker onder je board. En de golf rolt er overheen. Wat wel veel mensen fout doen, is dat als ze hun board bij de rail pakken en in het midden pakken en omdraaien, dan zit er natuurlijk nog een heel stuk neus boven je. En als er een golf komt achter je, dan moet je je voorstellen dat die soms tegen die neus aankomt en je dan juist heel erg meeneemt of soms zelfs omslaat, oppakt. En dat kan je voorkomen door juist bij je turtle roll je rail helemaal bij de neus vast te pakken en hem echt meer naar je toe te trekken, maar wel je elleboog zo te houden dat hij niet in je gezicht knalt. En soms duw ik zelfs met mijn ene voet de tail ietsje omhoog, zodat hij dus eigenlijk op die manier ligt dat de golf er mooi overheen rolt.

Pepijn: Hij moet er dan overheen.

Nienke: Hij moet er dan wel overheen. Ja, precies.

Pepijn: Nooit gedacht dat je met je voet ook nog het board kan duwen.

Nienke: Niet iedereen doet dat, hoor. Maar dat kan een manier zijn om te voorkomen dat die neus wordt gepakt, inderdaad.

Pepijn: Als je dan inpeddelt op de golf, hoe… Want we hebben het er net over gehad, je doet je benen omhoog zodat je iets meer snelheid krijgt. Is er nog iets speciaals?

Nienke: Mag ik nog één ding toevoegen?

Pepijn: Ja, natuurlijk.

Nienke: Wat ik ook weleens doe – vooral als de golven iets kleiner zijn – je peddelt richting de golf, die breekt voor je. Dan ga je helemaal achterop de tail zitten en dan op het moment dat de golf bij je komt, spring je ineens naar boven pak je de neus en ga je eroverheen. En dat heeft een beetje hetzelfde effect als je bal onder water houdt en die laat je los, die schiet omhoog. Dus zodat je die tail eigenlijk in het water dipt, spring je…

Pepijn: Je gaat achterop je board zitten.

Nienke: Ja, je gaat helemaal achterop je board zitten. En op het moment dat die golf bij je komt, druk je hem in het water.

Pepijn: Je board gaat omhoog.

Nienke: Ja. En de golf duwt een beetje tegen je board aan. Op dat moment spring je eigenlijk – een beetje een soort van explosie – naar voren, pak je de neus en je wipt er zo overheen. Dus dat is bijvoorbeeld ook een techniek.

Pepijn: Niet bij iets te grote golven doen?

Nienke: Nee.

Pepijn: Doe je die vaker of doe je vaker turtle rolls?

Nienke: Allebei wel, denk ik, tegenwoordig.

Pepijn: Ik zie het wel vaker en ik doe het zelf ook wel. Maar het kan ook wel flink misgaan.

Nienke: Het kan ook goed misgaan. Je moet vooral in ieder geval goed naar voren springen. Want anders ga je de andere kant op.

Pepijn: Het is wel handig, het is sneller in ieder geval dan een turtle roll.

Nienke: Het is sneller, want je moet anders weer helemaal omdraaien.

Pepijn: Het inpeddelen.

Nienke: Ja, inpeddelen.

Jurjen: We liggen achter.

Pepijn: Yes! Eindelijk Chicama twee kilometer. We zijn nog maar één uur en 45 minuten bezig. Rustig, we hebben al de tijd nog, hoor. Het is pas drie uur ‘s nachts.

Welke golf pak je?

Jurjen: Maar je licht achter, je hebt alles getrotseerd, maar je hebt je energie ook nog een beetje kunnen sparen. Maar je hebt het goed gedaan. En dan lig je achter en die golf komt eraan. Om het maximaal goed te doen, hoe doe je dat?

Nienke: Je golfkeuze is natuurlijk heel belangrijk. Zoals ik zei, je moet goed kijken welke positie je nodig hebt om de golf te pakken. Je moet eigenlijk de golf een soort van voorspellen. Dus je ziet die golf aankomen en jij moet voor jezelf inschatten “Wat is het punt waarop deze golf gaat breken?” En als dat op het punt is waar jij op dat moment bent, dan zit je natuurlijk niet op de goede plek. En dan is het een kwestie van eerst richting uit de zee te peddelen, omdraaien en dan de golf pakken.

Dus er komt heel veel golven lezen bij kijken, heel veel golven inschatten.

Andersom, als je een golf aan ziet komen en je denkt “Okay, hij is helemaal nog niet zo heel hoog, hij breekt waarschijnlijk wat meer richting kust”, dan moet je al eerder beginnen peddelen enzovoort. Dus je moet heel goed kijken naar wat die golf doet.

Dus wat ik zeg, die positie moet je zoeken, maar als je die eenmaal hebt gevonden, dan is het wel een kwestie van zo snel mogelijk die maximale snelheid te halen op het longboard, zodat je echt gebruik kan maken van het glijgevoel en de golf.

Jurjen: Je moet direct gas geven?

Nienke: Ja, als je de golf goed hebt ingeschat, dus op dat punt kun je goed gaan peddelen. Dat soort dingen. Dan is het eigenlijk een kwestie van gewoon zo veel mogelijk snelheid te maken. Want dan heb je de golf zo goed mogelijk.

Pepijn: Dip je ook je board?

Nienke: Nee. Soms.

Pepijn: Je had het net over over die golf heengaan, kan je achterop je board gaan zitten, je board dippen en dan krijg je een beetje zoals een bal in het water…

Jurjen: Fast forward krijg je dan.

Pepijn: Ja. Dat zie ik veel en dat gebruik ik als shot up, dan doe ik dat. Maar dat doe je weinig?

Nienke: Ja, klopt. Ik doe het af en toe. Maar eigenlijk zorg je er dan weer voor dat je op een later moment de golf pakt, dus dat je weer minder tijd hebt. En ik doe het meer als uitzondering. Dus als ik in één keer een goede golf zie komen en ik lig nog niet helemaal goed, dan gebruik ik hem. En dan werkt het ook wel goed. Maar ik zou hem eerder gebruiken als uitzondering dan dat ik hem standaard invoer. Ik zou eigenlijk gewoon altijd peddelen voor een golf, dat is altijd beter. Als je het als standaard inbrengt, dan kan je ook niet anders. En ik denk dat je hem moet kunnen gebruiken als een soort extra, op het laatste moment. Je moet er geen standaard van maken. En dat is met heel veel dingen zo, denk ik, in het surfen. Je moet wel een goede techniek hebben, maar je kan bepaalde dingen oplossen. Ook bepaalde errors, want eigenlijk is het een error die je probeert goed te maken. En dat is dat je eigenlijk al niet op de goede positie ligt, waardoor je dus die dip moet maken. Dus in eerste instantie is het beter om dat überhaupt niet te doen. Maar je kan het dan weer oplossen op die manier.

Jurjen: En je wil eigenlijk – als ik het zo hoor – bij het longboarden ruim de tijd voordat de golf breekt en eigenlijk misschien zelfs staan, wat ik weleens zie bij het longboarden.

Nienke: Ja, zeker.

Jurjen: Dat is vooral zo bij het shortboarden, je ziet dat tijdens de golf breekt, kan je hem nog erin zetten, al van tevoren. En kan je direct snelheid maken.

Nienke: Ja.

Jurjen: Grappig. Dat doe ik zelf dus verkeerd. En “Nou komt hij, en nou nog eventjes gas geven”.

Nienke: Ja, precies.

Pepijn: Zullen we er een einde aan breien?

Jurjen: Ik kan nog wel een uurtje!

Pepijn: Ik ook, zeker. Maar als je in Peru bent geweest, als je daarna nog eens keertje in Nederland bent…

Nienke: Een verslagje doen.

Jurjen: Een verslagje doen of als we inbellen, of wat-dan-ook, als je daar bent geweest. Te gek daar.

Pepijn: Ik denk dat de reacties hierop best wel uiteenlopend gaan worden. En daar kunnen we nog op inhaken. Dus als je vragen hebt, als je opmerkingen hebt of als je denkt “Dat wil ik supergraag weten of leren”, laat het maar gewoon weten.

Jurjen: Ja, dan kunnen we volgende keer daar overheen lopen.

Pepijn: Ja, precies.

Jurjen: Dan kunnen we een Q&A doen.

Pepijn: Ja, precies. Zeker. Dan doen we een Q&A met de winnaar van [01:06:15] wedstrijd; Nienke Duinmeijer. Toch?

Nienke: Ik hoop het.

Jurjen: Dat hoop ik ook.

Pepijn: Super bedankt dat je er was.

Nienke: Jullie ook bedankt.

Pepijn: Dit was de langste podcast tot nu toe. Superleuk om te horen en ik denk ook dat heel veel mensen jouw verhaal niet hebben gehoord die het nu wel gaan horen en hopelijk geïnspireerd worden om ook te gaan longboarden.

Nienke: Ja, leuk. Dank jullie wel!

Jurjen: Dank je, Nienke. Tof dat je weer hebt geluisterd of hebt gekeken of hebt gelezen. We zijn er superblij mee, we doen het heel graag. En als je nog zelf vragen hebt over andere tips over het surfen, laat het ons alsjeblieft weten. Dat kan via de comments op de website, bij Spotify en dergelijke.

Pepijn: Of ga naar de surftips voor surfers door surfers groep op Facebook. En je kan je video’s en foto’s uploaden en dan geven we daar surftips op.

Jurjen: Zeker!

Links uit de show

Website Single Fin Surf Travel: www.singlefinsurftravel.nl

https://www.instagram.com/coreyswave/

Instagram van Nienke: www.instagram.com/nienkeduinmeijer/

Waar moeten we het de volgende keer over hebben? Laat het ons weten in de comments
Vond je deze editie ok? Laat een korte review achter op bv Spotify.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.